Wortel

De wortel is niet ontstaan zoals wij die vandaag de dag kennen. De wilde wortel is namelijk wit, droog en houtachtig. De wilde wortel groeit voornamelijk langs akkers en op weiden. De struik van deze wortel kan wel een meter hoog worden. Als gevolg van het langdurig kweken van deze wilde wortel, is de huidige wortel oranje-rood, sappig en smakelijk. De oude Grieken en Romeinen gebruikten de wortel al als geneeskrachtige plant. In de 17e eeuw is het in Nederland gelukt de oranje wortel te kweken. De kleur van de wortel heeft hij te danken aan het hoge gehalte caroteen. Door het consumeren van wortels kan het zicht worden verbeterd en kan een bruine teint worden verkregen. Naast caroteen (pro-vitamine A) bevatten wortels vitamine B1, B2 en C, flavonoïden en olie. Daarnaast werken wortels vaatverwijdend en heeft het een gunstige invloed op de werking van het hart. Door het eten van wortels verhoogt ook de aanmaak van rode bloedlichaampjes. Daarnaast zorgen mineralen en sporenelementen ervoor dat nagels en haar een gezonde glans krijgen. Uitwendig kunnen wortels ook worden gebruikt. Er zijn veel crèmes en lotions op basis van wortels, omdat het weefselverjongend zou werken en huidontstekingen tegen gaat. Een wortelmasker kan zelf worden gemaakt door het vocht uit wortels te drukken en deze te mengen met een halve eidooier en 2 druppels olie.