Asperges

Een asperge is een plant, waarvan de jonge scheuten worden geteeld als groente. Er bestaan witte- en groene asperges. Witte asperges groeien onder de grond en hebben daarbij geen zonlicht gezien, de groene asperges groeien boven de grond. In Nederland worden vooral witte asperges gegeten, in andere landen, zoals Italië, worden vooral groene asperges gegeten. De asperge komt in het wild voor in duinstruweel en langs rivieren. De eerste asperge consumptie is waarschijnlijk al rond 2750 v.Chr. geweest, zo blijkt uit tekenen die zijn gevonden in piramides in Egypte. Daarna heeft de aspergeteelt een poos stil gelegen en kwam in de 15e eeuw pas terug in Europa. Sinds de 17e werden asperges weer gekweekt in Frankrijk, pas vanaf de 19e eeuw in Nederland. Sinds de Eerste Wereldoorlog is Noord-Limburg het belangrijkste productiegebied van asperges. Vandaag de dag worden in veel andere delen van het land tevens asperges geteeld zoals Twente en Groningen. Een groot deel van de in Nederland geteelde asperges worden geëxporteerd naar Duitsland. De asperge kan 5-7 jaar op hetzelfde veld worden geteeld wat de asperge tot een meerjarige plant maakt. Het aspergeseizoen is niet erg lang, in Nederland is dit maar twee maanden. Een asperge moet goed worden geschild, wanneer deze onvoldoende is geschild is deze nog erg draderig. Asperges moeten ongeveer in 8-10 minuten worden gekookt, waarbij het belangrijk is dat de koppen niet onder water komen. Ze kunnen een paar dagen worden bewaard door ze in een afgesloten plastic zak in de koelkast te leggen.