Druiven

De druif is een erg populaire vrucht waar veelal wijn van wordt gemaakt maar wat ook los wordt gegeten als vrucht. Ook rozijnen worden gemaakt van druiven. Er bestaan verschillende soorten druiven. Zo zijn er witte en blauwe druiven. Wanneer druiven als fruit worden geteeld is het belangrijk dat ze vol, sappig en zoet van smaak zijn. Om dit te bereiken worden de druiven al vroeg in de groei gekrent. Hierbij worden niet bevruchte druiven en slecht geplaatste druiven weggeknipt zodat de andere druiven meer plek hebben goed te groeien. Druiven groeien vooral goed in de landen rond het Middellandse Zeegebied. Frankrijk, Italië, Turkije, Griekenland en Spanje zijn landen waarin druiven goed kunnen groeien. In sommige gebieden van Duitsland en België worden tevens druiven gekweekt. Druiven zijn erg gezond. Zo bevatten druiven eiwitten, calcium, magnesium, fosfor, kalium, antioxidanten, vitaminen B1, B2, B3, B4, B5 en B6, B8 en B9 en een kleine hoeveelheid vitamine C en K. Daarnaast bevatten druiven polyfenolen wat goed is voor hart en bloedvaten. De Romeinen zijn belangrijk geweest voor de verspreiding van druiven in Europa waardoor wij ze vandaag de dag nog in de supermarkten vinden.