Halfvolle melk

Halfvolle melk is de melkvariant die het meest gedronken wordt in Nederland. Melk is een vloeistof die wordt geproduceerd door vrouwelijke zoogdieren, in dit geval vrouwelijke koeien. Koeien produceren deze vloeistof als voedsel voor nakomelingen. Melk bestaat uit vetten, eiwitten, lactose en zouten. Om melk beter te kunnen bewaren ondergaat het een aantal bewerkingen. De bacteriën moeten worden gedood wat gemakkelijk kan door de melk te koken. Door koken krijgt melk echter een andere smaak. De kunst van het houdbaar maken van melk is een balans te vinden tussen smaak en houdbaarheid. Melk kan worden gepasteuriseerd, de melk wordt dan verhit op 72°, gesteriliseerd waarbij de melk wordt verhit op 120°, UHT gesteriliseerd: de melk wordt dan kortstondig verhit op Ultra Hoge Temperatuur, gekookt, of geweld. Daarnaast kan er gekozen worden voor een speciaal type centrifuge, ook wel bactofuge genoemd, waarbij de melk wordt gezuiverd van bacteriën en sporen. In melk zitten veel vetten, de meeste zitten in de boerenlandmelk: melk waarbij geen vet is verwijderd. Door ongeveer de helft van deze vette te verwijderen, ontstaat halfvolle melk. Volle melk bevat uit meer dan 35 gram vet per liter, halfvolle melk 15 tot 18 gram per liter. Magere melk bevat slechts 0 tot 3 gram vet per liter. Melk bevat veel gezonde voedingsstoffen. Zo bevat het calcium, eiwitten, vetten, Vitamine B2, Vitamine B6, Vitamine B12, Vitamine A, Vitamine D, foliumzuur en zink. Naast koemelk bestaat er melk afkomstig van schapen, geiten, paarden, buffels (vooral voor kaas), ezelinnen, rendieren en elanden.